woensdag 28 oktober 2009

Allegorieën (pagina 181 honour en flemming)

Slapende figuren verschijnen voor het eerst in hellenistische beeldhouwwerken, vooral een beroemde Ariadne en een slapende faun, futloos achteroverliggend in een sensuele houding. Beide geven door het ongecontroleerde van hun houding en gebaren uitdrukking aan een nieuw besef van het instinctieve in de menselijke natuur. Hun onbewuste lichaamsbewegingen verraden een tijdelijke scheiding van lichaam en geest. Een bijzonder fraai bronzen beeld toont de volledige ontspanning van een vermoeid kind in diepe slaap de beentjes van elkaar, een arm losjes over het lichaam de zachte kinderhuid met kuiltjes is levensecht weergegeven. Uit de met veren bedekte vleugels blijkt juist dat het geen gewoon kind is. Het word gezien als de god van de liefde, Eros, zoon van Aphrodite, maar waarom hij slapend is uitgebeeld, is niet bekend. (Goden werden meestal uitgebeeld in een kenmerkende houdingen en gedragingen.) Laat hij de rust zien, die men vindt als de verlangens tegen worden gehouden, zoals de stoïcijnen geloofden? Is hij een van de gebroeders Hyponos en Thanatos -Slaap en Dood- die uitgebeeld werden als gevleugelde kinderen? Of is hij een andere belichaming die het aandachtspunt laat zien waarop wij al eerder hebben gewezen in verband met het hellenistisch denken, in de richting van innerlijk leven en zelfreflectie. (de verschillende systemen van afstand.) Of is het gewoon een figuur voor de sier. Een antwoord wat voldoet is niet mogelijk, maar het feit dat zulke vragen gesteld kunnen worden, geeft aan dat het bereik van de hellentistische kunst steeds groter werd.

Slapende Eros, ca. 250- 150 v. Christus. Brons op marmer,85,7x 78 cm

Geen opmerkingen:

Een reactie posten